Renske en Gino van het platform “Vanzelfsprekend!?” vertellen hun verhaal.
Foto Pixabay
‘De ouderrol nam ik altijd al op me’, vertelt Renske, 22 jaar. ‘Mijn moeder is bipolair en mijn zusje heeft autisme waardoor ze meer zorg nodig heeft. Omdat mijn vader veel werkte, nam ik de zorg op mij. Dat moet niet, maar je doet het gewoon. Ik heb thuis alles opgevangen wanneer dat nodig was. De zorg die je normaal gesproken van je ouders krijgt, heb ik vaak gemist.’
Andere jongeren helpen
Renske is 22 jaar en volgt de opleiding Social Work. Ze zorgt al vanaf jonge leeftijd voor haar moeder en voor haar zusje die extra zorg nodig heeft. Sinds haar 18de maakt ze deel uit van het platform voor er- en herkenning van jonge mantelzorgers: Vanzelfsprekend!? Jonge mantelzorgers kunnen hier terecht met persoonlijke vragen, met hulpvragen en kunnen meedoen aan activiteiten. ‘Je mag je rot voelen bij elkaar’, vertelt Renske. ‘Ik zet mijn eigen ervaringen in om andere jongeren te helpen. Zo kan ik ook beter vanaf een afstand naar mijn eigen situatie kijken.’
Overlevingsstrategie
Gino, 21 jaar, is al ‘sinds mijn vierde mantelzorger’. Hij zorgt voor zijn moeder die een fysieke beperking heeft en last van depressies. Vader is vroeg overleden aan longkanker. Hij heeft twee oudere broers met autisme, wat ertoe heeft geleid dat hij is opgegroeid met psychisch en fysiek geweld. ‘Ik ben er ingegroeid, ik heb een overlevingsstrategie gehad, al weet ik niet hoe. Ik heb geleerd me weg te cijferen. Op school werd ik gepest en later heb ik door mijn problemen onder meer automutilatie ontwikkeld. De hulpverlening heb ik wel gezien, ja. Dan kreeg ik te horen: “O ja, dit is wel heel complex”, en dat was het. Wat de jonge mantelzorgers bij Vanzelfsprekend!? kenmerkt is dat we allemaal in een complexe situatie zitten.’ Gino heeft uiteindelijk de meubelmakersopleiding afgemaakt en volgt nu een opleiding als ervaringswerker in het social work.
Wat heb jij nodig?
Hulpverleners zijn er zowel bij Renske als bij Gino meer dan genoeg in huis geweest, maar alleen voor hun ouder en zorgbehoevende broers en zusje. Aan geen van beide werd gevraagd: “Wat heb jij nodig om de zorg voor jouw gezinsleden op je te nemen?” Het netwerk, dus de andere gezinsleden, werd geacht de zorg te verlenen. ‘De gesprekken gingen ook altijd over hoe ik het voor mijn broers beter kon maken, vertelt Gino. Ik moest zorgen dat alles goed opgeruimd was, ik zorgde voor het eten, zodat er structuur in het gezin was.’
Begeleiding is veel te laat
‘Professionals zijn gericht op hun cliënt en niet op de mantelzorger die erbij hoort, ook al is die mantelzorger nog een kind’, zegt Renske. ‘Aan mij is nooit gevraagd: “Kunnen wij iets voor jou betekenen?”. Ik heb één keer een gesprek gehad voor ondersteuning met een mevrouw van de gemeente, maar daar is nooit iets uitgekomen. Ik heb zelf moeten uitzoeken wat bipolair is en wat autisme is. Daar heeft nooit iemand met mij een gesprek over gevoerd. Dat alles heeft mij veel kwaad gedaan, ik heb geen vertrouwen in de hulpverlening. Wij hebben nu met het hele gezin begeleiding. Moeilijk, we horen dat het heel complex is. Ja, er had ook veel eerder iets moeten gebeuren, die begeleiding is eigenlijk veel te laat.’
Hoe gaat het met jou?
De focus van hulpverleners ligt op de cliënt, is ook de ervaring van Gino. ‘Ik hoop dat professionals meer leren kijken naar wat de zorg betekent voor de rest van het gezin, zeker als er kinderen bij betrokken zijn. Je kunt als hulpverlener toch vijf minuten eerder stoppen met de zorg en aandacht schenken aan de mantelzorgers? Het zou fijn zijn als iemand aan je vraagt: “Hoe gaat het met jou? Heb jij iets nodig en hoe kan ik als hulpverlener daarbij helpen?” Eigenlijk zouden professionals extra tijd moeten schrijven voor hulp aan jonge mantelzorgers, gelijk al vanaf het begin van het zorgtraject.’
Meer weten over Vanzelfsprekend!?>>
(Bron: Zorg + Welzijn)